Lang geleden in een land hier ver vandaan
wilde een jongeman zijn eigen ‘mysterieuze’ krachten beter leren kennen. Hij wist al enige tijd dat er iets bijzonders met hem aan de hand was, maar niet precies wat.
Soms droomde hij de meest fantastische dromen. Dromen die hem veel duidelijkheid verschaften wat betreft zijn eigen leven en waarin af en toe het lijden van andere mensen tot op de kern werd uitgelegd.
Het zien van de kern van andere mensen werd voor de jongeman ‘gesneden koek’.
Of eigenlijk … in eerste instantie … de plek net om hun kern heen.
De ring van zwarte magie die de kwade heerser van het land over zijn onderdanen had afgeroepen.Daar waar de ‘leugens’ lagen.
De valse overtuigingen die alle mensen als waar hadden aangenomen. De tovenarij die ervoor zorgde dat ze zichzelf klein hielden en van waaruit hun lijden voortkwam.
Ze gingen gebukt onder de ‘ik ben niet goed genoeg’ spreuk.
Onder de: doe maar normaal dan doe je al gek genoeg.
Onder de: vooral niet je hoofd boven het maaiveld uitsteken.
Onder de: angst voor de afwijzing van ander mensen.
Ze waren van hun ware zelf verwijderd geraakt en daardoor gemakkelijk te controleren.
En daaronder, onder al die leugens. Onder die ‘blokkade’. Daar zag de jongeman hun grootsheid. Hun licht en liefde.
Hij zag de mensen zoals ze zichzelf niet meer durfden te zien.
De mensen op zijn pad waren echter niet de enigen die gebukt gingen onder deze voodoo. Het had ook de jongeman zelf in zijn greep. Het was toch helemaal niet bijzonder wat hij kon? Misschien maakte hij zichzelf maar wat wijs? En wat kon hij nou eigenlijk?
Op een dag liep hij dolend rond in het bos. Hij was in gedachten verzonken en zijn ogen waren meer op zijn voeten gericht dan op het moois om hem heen.
Totdat hij plotseling stilstond en hardop vroeg;
“Ik wil iemand ontmoeten die verder op het spirituele pad is dan ik. Iemand die mij inzicht kan geven in mijn mystieke gaven.”
Wat later dezelfde dag was de jongeman in het huis van zijn vader. Zelf al vele jaren een bedreven ‘heler van mensen’ door middel van energetische aanraking.
Zijn vader vertelde over een jeugdliefje, Irma Ignatius. Het meisje waar hij mee ging voor zijn, al overleden, vrouw en moeder van de jongeman.
De jongeman genoot van de openheid van zijn vader en vond het best opvallend. Zijn vader deelde normaal gesproken nooit emotionele zaken met anderen.
De dag daarna trakteerde de jongeman zijn vader op een lekkernij. De rondtrekkende kermis was in het dorp en dat was een jaarlijks terugkerende hoogtepunt.
Opnieuw sprak zijn vader over het jeugdliefje, Irma.
Ditmaal nog opener en kwetsbaarder dan de dag daarvoor.
Terwijl hij naar zijn vader luisterde ging, “dit is wel heel erg opvallend, hier wordt iets mee bedoeld,” door zijn hoofd.
Samen struinden ze over de kermis en op het moment dat zijn vader in gesprek raakte met de plaatselijke hoefsmid en goede vriend, stapte de jongeman bij de stand van het medium naar binnen.
De ‘ziener’ van de kermis.
“Goedendag mevrouw. Wat zegt de naam Irma Ignatius u?
Ik heb het gevoel dat ik iets met die naam moet.”
De wenkbrauwen van het medium kerfden een diepe frons in haar gezicht … Zeker tien seconden was ze stil, totdat haar mond openviel en haar ogen zich wijd openden.
word vervolgd.......
